2e update, eindelijk verbinding

9 oktober 2010 - Pemberton, Australië

Zaterdag 02 oktober

De eerste keer dat we 2 nachten op dezelfde camping overnachten. Na de voorbereiding voor de dag van vandaag inderdaad nog een spelletje gedaan. Over de resultaten geen bericht, dan snap je het wel. Had gewoon na de eerste drie spelletjes de kaarten moeten weggooien of verbranden. Helaas, daarvoor heb ik niet gekozen en ik zal dus de wrange vruchten daarvan moeten plukken.

Na een beetje te hebben uitgeslapen en een uitgebreid ontbijt vertrekken we richting de stad. We zijn wat aan de vroege kant. Het VVV-kantoor, tourist information, gaat pas om 10 uur open. We slenteren door een winkelcentrum en scoren een krantje (lokaal) en kijken ook wat het aanbod van de tijdschriften is. Tientallen verschillende, maar geen een waar we interesse in hebben. We bezoeken het Western Australian Museum, dat aan de haven ligt. Het vertelt op een simpele wijze de geschiedenis van deze regio. Wat ook heel leuk is, is dat er een apart gedeelte gewijd is aan de VOC. Mede omdat hier in de omgeving heel veel van de schepen van de VOC zijn vergaan. Het overgrote deel gaat over de Batavia. Erg leuk om hier op meer dan 20000 kilometer afstand iets van onze eigen geschiedenis terug te vinden. Na een beetje toeren door de omgeving gaan we naar Greenouch. Hier bevindt zich een soort openluchtmuseum dat we graag willen bekijken. Het is kleinschalig van opzet, maar 11 gebouwen, maar wel erg leuk om te zien. De gebouwen stammen van uit de eind 19de, begin 20ste eeuw. Een politiebureau, 2 kerken, een gemeenschapszaal, een school en een aantal woningen. Wel apart is dat de kerken en de gemeenschapszaal nog steeds in gebruik zijn. Op de terugweg nog even een Gumtree op de foto gezet. Deze behoort tot de familie van de eucalyptus. Deze boom groeit op een hele rare manier. Op een paar meter boven de grond maakt de boom een knik zodat de boom horizontaal verder groeit. Dit komt door de zeer stevige wind die hier onafgebroken waait en er voor zorgt dat de bomen op de wind meegroeien. Wanneer we aan de andere kant van de weg kijken, staan er nog meer van deze bomen. Het is dus niet zo dat deze boom zo bewust is laten groeien.

Nog even wat boodschappen, want we willen de BBQ aansteken. De camping-BBQ dan wel natuurlijk. Bijna iedere camping heeft (zoals al eerder geschreven) de mogelijkheid voor koken, maar ook voor BBQ. Knop omdraaien, plaat warm laten worden en het vlees kan er op. Meer bakken of grillen, maar oké, het smaakt prima. Snel nog even de afwas, BBQ schoonmaken en dan weer plannen maken voor morgen. Waarschijnlijk als bestemming  Jurien Bay, iets boven Cervantes waar we afgelopen maandag al zijn geweest. Wel even kijken wat er onderweg allemaal te zien is. Vandaag hebben we alles bij elkaar toch wel 75 kilometer gereden. Totaal zitten we dus op 1612 kilometer.

Zondag 03 oktober

We hebben vandaag 282 kilometer gereden, dat maakt het totaal 1894. Na een rustig ontbijt, zijn we om even na half 10 weggereden van de camping. We hebben de bus op vakantiemodus gezet, dus niet harder dan 100. Houdt wel in dat je met iets meer aandacht moet rijden, want bijna iedereen rijdt harder. Maakt niet uit, we hebben de tijd aan ons zelf. Sinds 2 weken is er een nieuwe weg geopend, The Indian Ocean Drive. Deze loopt voor een groot deel vlak langs de kust vanaf net onder Dongara tot aan Perth. We hadden bedacht deze route te nemen zodat we niet dezelfde weg terug hoeven te rijden als die we afgelopen maandag en dinsdag hebben gereden. Een groot verschil is dat de weg niet kaarsrecht is maar voor een groot deel de kustlijn volgt. We maken een korte stop in Dongara voor koffie, bij de bakker deze keer, Leeman en Green Head. We genieten van het uitzicht in de 2 laatst genoemde plaatsen. We kijken uit over een baai en zien vooral de verschillende kleuren van het water. Het is nog vroeg wanneer we aankomen in Jurien Bay. Dan toch nog maar even doorrijden naar Cervantes, waar we afgelopen maandag onze eerste nacht doorbrachten in de camper. Eerst maar even kijken of ze een plekje voor ons hebben. We krijgen een plek op hetzelfde pad, één plaatsje naast dan van vorige week, 100 in plaats van 101.

Lunchen en dan op weg naar de Pinnacels. Een vreemd verschijnsel. Het lijkt wel of je midden in de woestijn staat en er groeien allemaal stenen recht omhoog. We nemen de weg dwars door het park heen. Vraagt wel wat stuurmanskunst om met zo´n grote bus te rijden over een zandpad tussen alle stenen door. Dan ineens vol in de ankers. Vlak voor ons steekt een Bobtail Skunk het zandpad over. Een hagedisachtige, van ongeveer 35 centimeter, maar met een stompe staart, om zijn aanvallers af te kunnen leiden. Raar beest. Gelukkig lukt het om schadevrij de parkeerplaats weer te bereiken. Nog even kijken in het bijbehorende Discoverycenter. Hier wordt nog weer een keer uitleg gegeven over hoe een en ander mogelijk is ontstaan. De geleerden zijn het er nog niet over eens, verschillende verhalen doen de ronde, welk verhaal juist is, vul het maar in. Op de terugweg nog even staan kijken bij het bowls. Leuk het weer een keertje in het echt te zien, in ieder geval weer eens anders dan op TV. Koken doen we vandaag in de camper. Afwassen en plannen maken voor morgen. Zoals het er nu uitziet volgen we de Drive verder tot Perth. Even langs het verhuurbedrijf. Handdoeken, slaapzakken en lakens wisselen, wat kleine probleempjes verhelpen en dan door naar York, ten oosten van Perth. Totaal ruim 300 kilometer. Het is voor het eerst sinds 7 dagen dat we weer een lange broek aanschieten, even wennen, maar wel lekker warm. Het is hier ´s avonds maar 10 C.

Maandag 04 oktober

We zijn weer in York, hierover later meer. We zijn vanmorgen bijtijds vertrokken. Geen ontbijt, doen we onderweg wel. Helaas konden we niet eerder vertrekken dan half 8, voor die tijd zit de slagboom op slot. Maar klokslag deze tijd zijn wij van de partij. De sleutel van het toiletgebouw inleveren, 10 dollar borg incasseren en hup met de geit. De eerste kilometers geen probleem, dan toch even een minuut of 10 oponthoud bij het laatste stukje werkzaamheden van de aanleg van de nieuwe weg Indian Ocean Drive. We kunnen er wel overheen maar moeten even wachten, want op dit deel is maar één rijbaan beschikbaar. We maken even een praatje met de verkeersregelaar. Was eigenlijk wel leuk. We hopen dat het hem ook een leuke start van de dag bezorgt. Na 6 kilometer onverhard, gravel, bereiken we weer het asfalt. Mooi strak en zonder al te veel problemen rijden we lekker verder. We volgen in grote lijnen de kustlijn. De eerste plaats die we tegenkomen ligt ongeveer 75 kilometer verderop, Lancelin. Even een stop voor koffie en wat lekkers van de bakker. We kiezen voor een ANZAC biscuit. ANZAC staat voor Australian New Zealand Army Corps en het heeft te maken met de eerste wereldoorlog. We hadden al gehoord dat er allerlei verwijzingen zijn naar ANZAC. De koeken smaken eigenlijk nergens naar, ze zijn vergelijkbaar met de koeken zoals we die kennen vanuit de noodrantsoenen van de BB. Vullen doen ze zeer zeker.

 Weer op weg. We passeren kleine plaatsjes en komen uiteindelijk weer in Perth terecht. Wat is het hier druk in het verkeer, zeker wanneer je het vergelijkt met het verkeer dat we de afgelopen week gewent zijn geweest. Even langs het verhuurbedrijf. Beddengoed en handdoeken verwisselen, hebben we weer schoon spul de komende tijd. Ook de tankdop, fuel cap, gewisseld. Die was tenslotte kapot gegaan. Tot over twee weken en we gooien de kar weer aan de gang. Nog ruim 80 kilometer te gaan naar York. Waarom York? Heel simpel eigenlijk. In 1997 zijn we naar York geweest in de UK (Grady’s 30ste verjaardag daar gevierd), in 2007 naar New York (USA, 40ste verjaardag) en bij het plannen van de trip zagen we op de kaart York. Daar moeten we langs. Achteraf hebben we geen spijt. Een heel leuk stadje daterend uit het begin van de 19de eeuw. De hoofdstraat bestaat inmiddels uit gebouwen uit het eind van de 19de eeuw. De gebouwen stammen vooral uit de tijd van de Goldrush. De jacht op goud dat hier in de omgeving veel voorradig zou moeten zijn. Op ruim 400 kilometer afstand wordt nog steeds naar goud gezocht in Kalgoorlie, iets te ver weg om op de route op te nemen. We zijn tenslotte op weg naar Albany, aan de zuidwestkust van Australië. Wel bezoeken we nog een automuseum midden in de stad. Het gaat hier om een privé bezit en is erg leuk om te zien. Niet al te groot maar er staan ongeveer 100 auto’s, motoren en trapkarren. Ook hangen er honderden posters van bijzondere gelegenheden over autosportevenementen. Het doet ons een beetje denken aan een hotel waar we een paar jaar geleden hebben gegeten in Frankrijk, vlak bij Le Mans. Dan toch maar de camping opzoeken. Even buiten het dorp vinden we de plek. Inchecken en even kijken waar we terecht zijn gekomen. De man bij de receptie zegt al direct dat we Nederlanders zijn. Hij kan het weten, want hij heeft tenslotte een Nederlandse vlag hangen in zijn kantoortje. De plek is prima, maar we worden gek van de vliegen en muggen. Snel inspuiten met alles wat we onder handbereik hebben. Vanuit het bos klinkt ook een onafgebroken gezoem op dat nadat de zon iets is gezakt ineens weg is. Waardoor het stil wordt, wij weten het niet en houden het maar op het verdwijnen van de zon, en is het dus minder warm. Dit is ook het moment waarop de papagaaien van zich laten horen. Zij vliegen van boom tot boom boven ons hoofd en laten goed van zich horen. We willen graag de BBQ weer opsteken, maar deze zijn zo vuil dat we uiteindelijk kiezen voor een bord kippensoep met wat toastjes erbij. Morgen naar Albany, ruim 400kilometer te gaan en volgens de ons ter beschikking staande folders weinig bezienswaardigheden onderweg. Moet dus geen problemen opleveren. Vandaag 309 kilometer weggereden. Toch meer dan verwacht. Nu totaal 2203 kilometer gezien. Op hoeveel zullen we eindigen?

Dinsdag 05 oktober

Op welke kilometerstand we zullen gaan eindigen, ja dat weten we natuurlijk niet. Maar echt heel veel kilometers zullen er vanaf vandaag hoogstwaarschijnlijk niet meer bijkomen, naar schatting hooguit nog zo´n 800, hangt het er wel vanaf hoeveel we plaatselijk gaan rijden. Vandaag 412 best wel zware kilometers weggereden. (totaal nu 2615) Zwaar door de harde zijwind die er de hele weg heeft gestaan. En met 7 meter, en niet al te veel gewicht, ben je natuurlijk een aardige windvanger. Neem daarbij dat de bus iets naar links trekt, de weg die iets rondloopt en dus afloopt naar de linker kant (we rijden hier ook links) en de wind, dan is het dus constant tegensturen. Ik heb nu gewoon spierpijn in mijn schouders. Zal wel weer overgaan. Hoop ik.

Vanmorgen onder een stralend zonnetje weggereden uit York. Het was nog wel frisjes, maar het was dan ook pas 8 uur. Ruwweg hadden we de route in 3 delen gehakt. Eerst een uurtje rijden, dan stoppen om te tanken, bakje koffie en ontbijten. Hadden ze daar aan de pomp geen diesel. Dan maar door naar het volgende plaatsje. Wel bijna 60 kilometer, 3 kwartier, verderop. Gelijk maar eens kijken wat deze dorstige bus met mijn doorrijden dan wel lust. Valt erg mee, bijna 1 op 10. Niet slecht dus. Hebben ze bij die pomp geen broodjes of zo, wel oploskoffie, dus dan maar de laatste stukjes cake opeten. Even verderop is het enige bezienswaardige wat op de route ligt. Onze tweede stopplaats voor vandaag. Het is een openluchtmuseum met 25 gebouwen dat de geschiedenis van de streek, die bekend staat om zijn wol, moeten vertellen. We weten het gemakkelijk te vinden, staat uitstekend aangegeven op de borden. Parkeren bijna voor de deur. Het is wel erg stil. Aanbellen zoals staat aangegeven naast de deur. Nog een keertje bellen en nog een keer. Nog steeds geen reactie. Dan stopt er een klein autootje vlak voor ons, stapt een oude dame uit. Zij verontschuldigt zich. Haar collega, eveneens vrijwilligster, is niet komen opdagen en zij beschikt zelf ook niet over de juiste sleutel om ons binnen te laten. Helaas, we kunnen onverrichter zaken weer instappen. Zal je maar speciaal duizenden kilometers hebben gereisd om alles te weten te komen over wol, is het museum gesloten. Jammer voor ons, maar een halszaak is het gelukkig ook niet. Dan maar weer doorrijden. Onderweg gaat het steeds harder waaien en uiteindelijk hebben we nog regen ook, maar ja, we zitten droog en de wissers zorgen dat we zicht houden op de weg. De route van vandaag liep via de plaatsjes Beverly, Brookton, Narrogin, Wagin, Woodaniling, Katanning, Broomehill, Tambellup, Cranbrook, Mount Barker en uiteindelijk komen we dan op de camping aan. Deze keer een camping zoals wij nuchtere Hollanders een camping kennen. Groen gras en geen zand of gravel of klei. Mooie plaatsen en wij gaan voor luxe. We nemen een plek En Suite, zoals ze dat hier in Albany noemen. We hebben de beschikking over een klein gebouwtje met eigen douche en toilet naast de bus. Wel lekker gemakkelijk, zeker wanneer het vanavond en vannacht ook regent. Hoef je niet eerst je regenpak aan te trekken om één en ander weg te brengen of om lekker een douche te nemen. Wel is het nog steeds frisjes. De temperatuur haalt de 20 net niet en de wind is onveranderd hard. Zijn we niet meer gewend. Zaten we een week geleden nog verlegen om een beetje schaduw in Monkey Mia, net boven de 40 graden, nu hebben we lange broeken en vesten aan. Als we alles hebben geïnstalleerd wandelen we naar het centrum en de plaatselijk VVV. Best een aardig stukje stekkeren, uit en thuis toch wel 5 kilometer. Onderweg ook een beetje aan de souvenirs gewerkt. Niet dat we heel gek doen, maar langzaamaan moeten we na gaan denken wat we voor wie gaan meenemen. Ook nog even werken aan de speldjes voor op de “vakantiehoed” thuis. Van alle plaatsen waar we de afgelopen jaren zijn geweest kopen we een pin. Gewoon een klein aandenken en dat vinden we grappig. Nu gaat de hoeveelheid pins in een vakantie als deze wel erg snel, tussenscore 8 stuks, maar soms moet je gewoon een doel hebben. Dit is er zo eentje. Doodvermoeid komen we terug op de camping. Eerst een glaasje, dan eten en de dag van morgen voorbereiden. Gezien de maximum temperatuur vannacht, verwacht wordt 5 graden, zullen we wel bijtijds tussen slaapzak en dekbed kruipen.

Woensdag 06 oktober

Voor vandaag zouden we een autovrije dag hebben ingedeeld. Even een keertje niet rijden. Maar nadat we gisterenavond dooivermoeid en met spierpijn van het wandelen in slaap zijn gevallen, zal dat vandaag wel niet gaan lukken. Gisterenavond heeft mijn privégids een complete speurtocht gehouden door alle folders, gidsen en boeken. Uiteindelijk zijn we uitgekomen op de Albany’s Riverboat. Hadden we wel telefonisch moeten reserveren. Kostbaar om vanuit hier via Nederland te gaan bellen. Dan maar bijtijds opstaan, het kantoor gaat om 8 uur open, en vragen of de vriendelijke dame achter de balie wil bellen of er nog plaats is voor 2 kaaskoppen. Geen enkel probleem. Ik krijg de grote baas van de boot zelf nog even aan de lijn. Als we zorgen dat we over een half uurtje bij de boot zijn, kunnen we gewoon mee. Ook legt hij nog even uit waar we moeten opstappen. Aan de hand van een platte grond van de stad die ik voor me heb liggen komen we er samen uit. Duidelijk: te ver om te wandelen. Dan toch maar het busje.

We zijn ruim op tijd. De boot ligt in één van de vele baaien die de haven van Albany vormen. We melden ons bij het steiger bij Emoe Point. Totaal zijn we met 15 mensen aan boord. Er is nog even onduidelijkheid of de 4 chinezen aan boord wel hebben geboekt via het opgegeven bureau. Wachten dus. De tussentijd wordt gevuld met uitleg over de vele pelikanen (Kalbarri verbleekt gewoon met haar 5 pelikanen) en de roggen die onder de boot doorzwemmen. We hebben deze stingray’s nu 2 keer in een aquarium gezien, maar nu zwemmen ze onder de boot door, prima te zien door de glazen bodem van de boot. Via een nauwe uitgang verlaten we de haven. De baai blijkt vooral gevormd te worden door een tweetal kreken die nu niet direct te zien zijn, maar varen op de juiste route, aangegeven door boeien, is wel van belang. Verlaat je de kreek, is het water nog maar een centimeter of 50 diep. Ongeveer 7000 jaar geleden bestond de baai nog uit een droog landschap met daardoorheen twee kreken. Daarna is de baai ondergelopen, zeggen ze. De schipper laat even zien hoe snel de wal van de kreek oploopt. Net buiten boeien kunnen door het glas de bodem dichterbij zien komen. De hele tocht duurt bijna 4 uur en we zien vreselijk veel. Ook krijgen we veel van de geschiedenis van de stad, de baai en de scheepvaart te horen. De tocht wordt kort onderbroken door een bezoekje aan een wijnhuis. Het is dan natuurlijk wel de bedoeling dat er wat wordt geproefd en gekocht. Wij gaan voor een fles heerlijke witte wijn en een witte port. Terug aan boord krijgen we koffie of thee, hebben we moeten bestellen voordat we van boord gingen. Ik had aangegeven de sterkste koffie te willen die de schipper kon maken. Bij terugkomst kreeg ik een aparte beker. Ik wilde tenslotte sterke koffie. Hij was het niet vergeten. Leuk. Ik vraag me af hoe de rest van de koffie smaakte, maar hij benaderde de door mij zo geliefde espresso bij lange na niet. Nu was hij van oorsprong een Engelsman, en dat zegt waarschijnlijk alles. Ooit wel eens gewone koffie gedronken aan de andere kant van het kanaal? Bij de koffie of thee krijgen we een typisch Australische “damper”. Een soort kruidenbrood, wat warm gegeten wordt. Het recept staat volgende maand weer op de site. Essentieel is het gebruik van natuurlijk gezuurde melk. Van oorsprong werd dit gemaakt wanneer men op reis ging en de trip van Albany naar Perth nog negen dagen in beslag nam.

Onderweg hebben we uiteraard vele pelikanen  gezien, maar ook enkele zeearenden. Weliswaar een beetje gevoerd door de schipper, maar wat een prachtige jagers zijn dat. We varen over een heuse rivier, de Kalgan River, ook de naamgever van de boot, Kalgan Queen. Nadat we zijn afgemeerd, even een hapje eten halen bij The Squid Shack, naar zeggen de beste viswinkel van de regio. En inderdaad, het smaakt heerlijk volgens de gids. Ik kies voor een hamburger met chips (friet). Van deze burger kan de gele M nog wat leren. Meer dan smakelijk. Wat er allemaal tussen het broodje zit is niet te benoemen, maar je eet je vingers er bij op. Dan even de kaart op tafel. Wat gaan we nog meer doen?  We gaan op zoek naar het Torndirrup National Park. Eerst de stad weer in, deze aan de andere kant weer verlaten, stuk langs de volgende baai, Princess Royal Harbour, en dan richting de zuidelijke oceaan. Hier zijn een aantal mooie uitzichtpunten te zien, maar ook een paar bezienswaardigheden. We gaan voor The Gap (een gat in de rotswanden), The Natural Bridge (een brug van rotsgesteente) en The Blowholes. Bij de eerste twee is al goed te zien hoe klein en nietig we als mensen zijn en wat de kracht van de natuur, in dit geval water en wind, is. Het valt niet te beschrijven met wat voor een geweld het water op de rotsen beukt, de geur die je ruikt en het water dat de lucht in wordt gesmeten en gewoon een nevel vormt. Bij de Blowholes zijn er gaten gesleten in de stenen waardoor het water wordt gedrukt onder druk van de golven. Het water wordt uit de gaten geblazen net zoals een dolfijn of walvis dat doet wanneer deze ademhalen, alleen dan tientallen malen groter en hoger. Vermoeid keren we terug naar de camping. Uiteindelijk toch al weer 71 kilometer gereden (2686 totaal), veel meer dan gedacht voor een autoloze dag. Hopen dat we morgen eindelijk weer verbinding kunnen krijgen met het internet, kunnen we iedereen weer op de hoogte brengen.

Donderdag 7 oktober

Na een rustige start en ontbijt op de camping rijden we om even na 9 uur weg. Op het gemak nemen we de toeristische route richting Denmark. Wanneer we het dorpje binnenrijden kunnen we echt helemaal niets Scandinavisch ontdekken. Het centrum is wel groter dan we hadden ingeschat. We drinken bij de plaatselijke bakker een beker koffie en nemen er ook wat lekkers bij. Dan weer op zoek naar het asfalt. We rijden richting Walpole. Onderweg komen we de Valley of the Giants tegen. Een park met gigantische bomen. Vorige week zaterdag heb ik de kleindochter van Sonja beloofd het wandelpad door de toppen van de bomen te gaan lopen, dit ondanks mijn hoogtevrees. We doen het echt. De tree top walk, 600 meter door de toppen van de bomen met een maximum hoogte van 40 meter boven de grond. Daarna nog even door het bos. Er staan werkelijk ongelooflijk grote bomen. Aan de grond hebben sommige bomen een doorsnee van meer dan 4 meter. Er is zelfs een boom waardoor je heen kunt lopen. Echt heel apart om mee te maken. Even verderop is de camping in Walpole, inchecken, boodschappen doe en dan weer terug naar onze stek. Een prima plek om twee dagen te blijven. Vanavond de camping BBQ weer aan de gang gebracht. Zijn we net bezig, komt er nog een camper aanrijden van Britsz. In het Nederlands zeg ik, een beetje uit baldadigheid, gedag en krijg ik nog antwoord ook. Zijn het mensen uit, naar blijkt, Schagen. Tijdens het afwassen blijkt er nog een Nederlands stel even verderop te staan. Zoals je weet moet ik even kletsen en dan terug naar de bus. Kijken wat we morgen gaan doen. De vandaag gereden afstand is niet minder dan 142 kilometer, dus totaal nu 2828.

Zaterdag 09 oktober

Gisteren gewoon vergeten om een stukje te schrijven. We hadden tenslotte ook een ontspannen dag ingepland en dan vergeet je wel eens dingen. Na eerst heerlijk weer eens echt uitgeslapen te hebben, nou ja Grady dan, ik was al om 6 uur wakker, hebben we rustig het ontbijt genuttigd. Nog even de kaarten en boeken erbij. Wat gaan we doen vandaag. Eerst nog maar koffie. Tegen 11 uur rijden we de camping af. Deze ligt op een soort schiereiland in een baai. We kunnen een mooi rondje rijden van bijna 5 kilometer met heel mooie uitzichten. Dan de “grote weg” oversteken en op weg naar een uitzichtpunt, Top Hill lookout. Wel weer een paar kilometer wasbord over onverharde weg, maar ons busje doet het prima. En inderdaad, een mooi uitzichtpunt. De weg naar beneden is wat lastiger, erg steil. Veel bijremmen om er maar voor te zorgen dat we op het pad blijven. Dan gaan we naar een mooi strand, zeggen ze. Een kleine 20 kilometer verderop. En mooi is het. Wat de kaarten alleen niet aangeven is dat de laatste 8 kilometer weer wasbord is. Rood stof, grote kuilen en maar hobbelen. Toch gaan we door. Wat een fantastisch strand en uitzicht over de oceaan. Opvallend is dat er verder niets is, geen restaurant of strandtent dan ook. Bij ons in Nederland zouden die minimaal te vinden zijn. Even lekker genieten en dan weer terughobbelen.

Onderweg even lekker lunchen, smaakt uitstekend. Grady een wrap met kalkoen en ik eindelijk weer eens een echte omelet. Dan naar de camping. Luieren, lezen, muziekje en in de loop van de middag weer de BBQ opwarmen. Raken we uitgebreid in gesprek met een local en één van de Nederlandse stellen. Inmiddels is het donker geworden (gebeurt hier al even na zessen) en moet er ook nog even worden afgewassen. De rit van morgen voorbereiden en dan nog een spelletje en op tijd naar bed. Zo’n rustig dagje maakt je toch ook wel extra moe.

Vanmorgen eerst nog even ontbijt op de camping, nog even tanken in het dorp en dan de kar aan de gang. Maar ongeveer 130 kilometer voor de boeg. Met de wat mindere, bochtige weg, moet dat in goed 2 uur te doen zijn. Na precies 100 kilometer een koffiestop in Northcliff. Een klein plaatsje waar de hoofdweg, nog steeds 2-baans, dwars doorheen loopt. Na een lekkere bak stappen we weer in en kijken rijdende weg naar het niet onaardige streekmuseum. Hobbelen, vele scherpe bochten en dan ineens zien we duinen. Dat kan niet kloppen. Ons doel, Pemberton, ligt toch ver van de kust af?  Nu hebben we midden in Brabant ook wel duinen (de Loonse en Drunense) maar zouden ze die hier ook hebben? Tot we ineens de oceaan zien. Nog even doorrijden tot we borden tegenkomen. Zijn we toch echt verkeerd gereden. Dan Miepie maar even aanzetten. Inderdaad, 27 kilometer verkeerd: omdraaien en terug. Weer 27 kilometer. Komen we terug vlak bij het streekmuseum. Daar hebben we dus een bord gemist. 54 kilometer te veel, maar zeer zeker de moeite waard, vooral gezien de mooie uitzichten die we onderweg hadden. Nu we de goede route weer te pakken hebben zijn we er snel. Klein, maar leuk dorpje. Mooie camping en we hebben weer een prima stek.

 Snel lunchen en dan via de achteruitgang van de camping naar het station. Er ligt nog een spoortje dat al bijna 100 jaar oud is en destijds met name is gebruikt voor de bosbouw en dan vooral voor het vervoer van de stammen van de gekapte bomen. Australisch hardhout. Leuk om deze trip te maken. Nog even de boodschappen een beetje aanvullen en snel terug naar de camping. Nog even een glaasje, krantje lezen en dan eten. Voordat we gaan eten krijgen we bezoek van een viertal papagaaien. Ze zijn absoluut niet mensenschuw. Eentje springt op nog geen meter afstand op de tafel. Plannen maken voor morgen. Gisteren 64 kilometer, vandaag 186, waarvan 54 onnodig, dus totaal 3078.

 

Foto’s

4 Reacties

  1. Wendy:
    9 oktober 2010
    Hoi hoi,

    Wat heerlijk om jullie verhalen te lezen! Gelukkig hier vandaag ook 20 graden en een lekker zonnetje, ben dus totaal niet jaloers op jullie!! ;-).
    Maak er nog een paar leuke laatste weken van!

    Groetjes Wendy
  2. mark & apple:
    9 oktober 2010
    Hey Danny,

    we zijn weer veilig aangekomen down under en het is een stuk warmer dan in NL. Pemberton is idd niet zo erg groot en is makkelijk te missen. Met de papegaaien, als je wat broodkruimels op je hand legt dan komen ze het er soms uit eten (maar alleen bij de "wilde" die in de buurt van een camping leven:P).

    mark & apple
  3. mark & apple:
    10 oktober 2010
    over de ANZAC biscuits, you go to love them :P
    Apple had er, met anzac day een paar gemaakt. als je ziet hoeveel suiker er in zit :P. daarom krijg je er zoveel energie van :D.
  4. carla:
    11 oktober 2010
    hi Danny en Grady,

    We hebben weer genoten ook van dit verslag, vandaag Frank zijn verjaardag gevierd, lief dat jullie er zelfs daar aan denken en een smsje sturen.
    Super.
    Groeten van Truus, we hebben net even naar de foto's gekeken, een dolfijn meenemen voor haar is voldoende
    kus van mij
    Liefs Carla