Een dag vol verrassingen en een rutige zondag

27 mei 2012 - Vimmerby, Zweden

Zaterdag 26 mei 2012

Een dag vol verrassingen

Eerst nog even iets vermelden dat ik gisteren vergeten ben. Toen wij zaten te lunchen bij de favoriete pizzeria van Kurt Wallander deden we dat op het terras. Dit terras liep door tot voor het naast de pizzeria gelegen tabakswinkel. Vanuit het winkeltje kwam een knaapje gelopen. Drie of vier oud schat ik hem. Achteraf bleek hij Eric te heten. Eric begon hele verhalen te vertellen, uiteraard in het Zweeds. Ook stelde hij de nodige vragen. Uiteraard verstond ik er niets van, maar zo af en toe gaf ik antwoord in het Nederlands. Dat was voor Eric genoeg om te blijven kletsen en vragen. Uiteindelijk heb ik ruim een half uur in het Zweeds – Nederlands met Eric zitten kletsen. Het ging over zijn monstertrucks, de manier waarop zijn vader zijn sigaretten uitmaakte, hoe hij samen met zijn vader vuurwerk afstak en hoe hij moest schieten met pijl en boog. Tenminste, dat was mijn vertaling van zijn verhaal. Samen hadden we de grootste lol en hij zwaaide ons uitgebreid uit toen wij het terras verlieten.

Vanmorgen zouden we vroeg opstaan, we zouden naar Kåseberga gaan. Een plaatsje op ongeveer 10 kilometer van de camping. Hier is boven op een heuvel iets bijzonders te zien. Als ik alles goed heb onthouden zijn de geleerden het er ook niet over eens. Het gaat om een rij stenen die samen de vorm van een schip hebben. Net als in Australië (bij The Pinnacles) strijden de geleerden om het echte verhaal. Is het een stenen schip, is het versteend hout, wat was de reden voor dit symbool? Ze weten het niet. Voorlopig vergelijken ze het met het in Engeland gelegen Stone Henge. Op de borden vlak bij het stenen schip stond nog wel iets dat het mogelijk ook met geometrie en astrologie te maken had. Hoe of wat, dat weet ik niet meer.

Maar eerst terug naar het opstaan. Het is pas zeven uur als ik wakker word. Nog even omdraaien en dan is het plotseling al negen uur. Hoezo vroeg vertrekken? Schema aanpassen. Het stenen schip ligt in een klein dorpje waar het volgens alle gidsen mega druk moet zijn. Het plaatsje heeft ook een kleine visserijhaven en de toeristen zouden er vechten om een parkeerplaatsje. Dus hoe vroeger je daar bent, des te meer kans op een parkeerplek. Dan maar ontbijten in de haven. Snel wat verse broodjes kopen in de kampwinkel, alles inpakken, watertank bijvullen en wegwezen. Bij het vullen van de tank, wil ik de tankdop van het slot halen. Breekt de sleutel af. Gelukkig kan ik hem uit de dop halen. Sleutel niet meer te gebruiken. Het tweede geluk is dat we de luiken van de “garage” nog niet hadden afgesloten. Anders hadden we echt een probleem gehad, konden we niet meer bij onze spullen. De buitendeur kunnen we gelukkig ook van binnenuit afsluiten. Dat was verrassing 1, 2 en 3 (verslapen, gebroken sleutel en bij toeval de luiken nog niet op slot).

We rijden richting de stenen. Parkeerproblemen? Echt niet. Net buiten het dorpje (Smitshoek is er een wereldstad bij) is er op het tweede veld van de plaatselijke voetbalvereniging een heuse parkeerplaats ingericht, waarop het zelfs is toegestaan om te blijven overnachten. Tegen betaling mag dan weer gebruik worden gemaakt van de kleedkamers van de voetbal voor de douche en toilet. Plek zat. Er staan 4 caravans en een stuk of 15 campers, verder niemand (verrassing 4).

Nadat we de stenen en de visserijhaven hebben gezien en een bakje koffie hebben gedronken, gooien we Trac Men weer aan de gang. Op naar Kristianstad. Daar meer weer verder kijken wat we gaan doen. We zijn nog maar weer net gestart en dan ziet Grady op de kaart dat er iets bijzonders te zien moet zijn in Kivik. Hierover stond in geen enkel boekje iets geschreven. Even op de borden letten, die geven hier in Zweden heel goed aan waar er wat bijzonders te zien is. Het blijkt uiteindelijk om een Koningsgraf te gaan. Uit de Bronstijd zelfs. Dat is al een poosje geleden, als ik tijdens de lessen van Grady goed heb opgelet zo’n kleine 6000 jaar. Het is een grafheuvel van 75 meter doorsnede met één toegang. De heuvel wordt gevormd door duizenden opgestapelde stenen. Je vraagt je af hoe in die tijd de mensen deze stenen bij elkaar kregen en op elkaar gelegd konden krijgen. Het gaat namelijk niet om kiezelsteentjes, maar stenen waarvan het merendeel minstens enkele tonnen per stuk moeten wegen. Via die ene ingang kom je in de grafkamer, niet groter dan een gemiddelde slaapkamer. In het midden een doodskist van steen, helemaal beschilderd met beelden uit die tijd die vast van alles zullen betekenen. De bijzonderheid is dat de kist van steen is en niet meer van hout, heel gebruikelijk voor de Bronstijd. We drinken nog een bakje koffie in het bij de heuvel behorende restaurant. Een donker maar gezellig zaakje. Nog even verder kijken. Blijkt het juist om een oude watermolen te gaan waarin een houtzagerij is gevestigd. Helaas zijn de molen en de zagerij niet meer in gebruik, maar wordt er hard gewerkt aan de restauratie. Was toch wel even leuk om te zien. (verrassing 5 en 6)

Dan weer op weg naar Kristianstad. We zitten net in Trac Men als het begint te regenen. Goed gepland dus. Het regent zelfs even stevig door en voorlopig lijkt het ook niet op te klaren. Al snel bereiken we de eerste borden van de stad. Wat gaan we doen? Doorrijden maar. De volgende grote stad is Karlskrona, iets meer dan 100 kilometer verderop. Is ook wel handig als we ons een beetje aan ons zeer ruwe reisschema willen houden. Zo tegen het einde van de tweede week (we zijn nu 9 dagen onderweg) willen we toch wel in Stockholm zijn. Gelukkig klaart het onderweg weer op, wel heeft de temperatuur een flinke knauw gekregen. In korte broek en shirt buiten zitten zal er niet meer bij zijn.

De eerste camping die we in de stad tegenkomen, rijden we op. Het is dan ongeveer half vier. De receptie is gesloten. Iedereen die na 12 uur aankomt moet een telefoonnummer bellen, het nummer van de beheerder. Zo ook wij. Gelukkig krijg ik iemand aan de lijn. Maar wat een chagrijn. Je voelt je bijna bezwaard dat je zijn camping hebt opgezocht en je het lef hebt gehad hem te bellen“. Ga maar naar het restaurant, daar is een man die het allemaal wel weet”. Op zoek naar die man. Gelukkig al snel gevonden. Ik leg uit wat onze bedoeling is en wat er gezegd is aan de telefoon. Hij is in een iets beter humeur. Opent een kluisje aan de buitenzijde van de receptie, haalt twee keycards (voor douche en toilet) er uit en ook een sleutel voor het elektra. Ga maar op plek 24 staan, dat is daar ergens en het toiletgebouw moet iets verderop langs het pad zijn. Gezellig stel hier op de camping (verrassing 7). Ons plekje vinden we al heel snel, stellen Trac Men op en gaan lekker onderuit zitten. Helaas wel met een vestje of trui en een lange broek aan. Gelukkig heeft de camping wel een restaurant, dus vanavond maar lekker buiten de deur eten.

Tijdens mijn gebruikelijke verkenningsrondje over de camping, merk ik al snel dat het restaurant zelf niets voorstelt, de meeste sportkantines hebben meer uitstraling. 5 tafels en twintig stoelen in een witgeschilderd hok, meer is het niet. Dan maar afhalen en in de eigen wagen opeten. Wanneer ik rond een uur of zes het eten haal, raak ik aan de praat met de eigenaar van het restaurant, de man van de sleutels. Als snel blijkt dat hij nog maar is begonnen hier in het restaurant en dat hij in feite niets met de camping van doen heeft. Hij vindt de eigenaar ook maar een rare snuiter, maar wil de gasten graag helpen. Hoe verder een en ander gaat, weet hij dus ook niet. Morgen maar afwachten hoe het met het afrekenen van de camping gaat. We zullen wel zien. Als ik de restaurantman vraag om de mogelijkheden voor het internet verwijst hij vervolgens weer naar de receptie. Wanneer het erg belangrijk is, mag ik wel even op zijn eigen computer aan de gang. Dat laat ik maar achterwege. Het eten wordt overigens heerlijk vers bereid in een half open keuken, ik kan precies zien wat hij samen met zijn koksmaatje aan het doen is. Daarnaast smaakt het ook nog lekker, en zeker ook nog goed betaalbaar. Na het eten gaat Grady aan de gang met de voorbereiding van morgen en de komende dagen.

Morgen, zondag, eerste Pinksterdag rijden we richting de stad van Pippi Langkous. We willen maandag haar eigen pretpark gaan bekijken. De verdere planning is dat we woensdag aankomen in Stockholm en daar twee of drie nachten blijven staan. Hangt ook een beetje van het weer af en hoe het met mijn rug gaat. Sinds vanmorgen voel ik me weer een ouwe vent, gelijk aan de gemiddelde leeftijd op de diverse campings die we de afgelopen dagen hebben gehad, dik boven de 65. En nee, zo oud ben ik gelukkig nog niet, nog wel een aantal jaar te gaan. Had ik toch Jeroen mee moeten nemen op de achterbank!? Overigens, het is al na tienen en nu begint de schemering pas echt door te zetten. Hier kun je dus al goed merken dat de dagen langer worden en dat we steeds noordelijker zitten.

Een rustige zondag

Zondag 27 mei 2012

Na het inmiddels gebruikelijke ochtendritueel, willen zo rond tien uur van de camping afrijden. Eerst nog even afrekenen. Gelukkig is de gezellige campingbaas nu wel aanwezig. Hij spreekt nog geen tien woorden met me en in deze paar woorden weet hij ook nog even te vertellen wat ik moet afrekenen. Een zeer uitgebreide conversatie dus. De eindbestemming voor vandaag is Vimmerby, de stad van Astrid Lingren, de bedenkster van Emile en Pippi Langkous. Ruim tweehonderd kilometer te gaan. De eerste tussenstop is gepland in Kalmar, na ongeveer 90 kilometer. Rondom de haven is het even zoeken naar een geschikte parkeerplaats. We rijden achter een viertal bekende rode wagens aan, die zullen toch wel weten waar je kunt parkeren? Einde van de straat links, direct weer links en we staan op een redelijk grote parkeerplaats aan de haven, waar zelfs een aantal parkeerplaatsen is ingericht voor campers. Extra groot dus. Eén van die plekjes is voor ons. In de haven blijkt een soort maritieme markt te zijn en dat maakt dat het er gezellig druk is. We maken een rondje en worden uitgenodigd een kijkje te nemen aan boord van een landingsvaartuig van de Zweedse marine. Leuk om eens te zien. Kort daarna geven ze een korte demonstratie en laten ze het vaartuig volledig zijwaarts varen en keren ze het om de eigen as heen. En dan te bedenken dat dit vaartuig op volle snelheid wel 40 knopen vaart. Na nog een bakje koffie te hebben gedronken, stappen we weer in Trac Men en vervolgen onze weg. We nemen vandaag de snelweg, de E22 voor het grootste deel voor deze middag. Met nog 100 kilometer te gaan rijden we de E34 op. Ook een rijksweg. Ja, wel 2 banen breed, soms drie, geen vluchtstrook, dus lekker breed. Onze provinciale wegen zijn nog breder. Maar met een beetje goed oog voor de breedte en de snelheid op vakantie modus rijden we op het gemak noordwaarts. Na 232 kilometer te hebben weggereden vandaag, arriveren we op de camping. Het blijkt een compleet park te zijn met allerlei activiteiten en meerdere restaurants. Het is ook gezellig druk. De bezetting op de camping breiden wij uit met 50%. Er zijn met ons meegeteld, dus maar drie plaatsen in gebruik. Misschien later op de middag wat meer? Ik denk het niet. Het officiële seizoen start hier volgende week pas. Dan zal het wel aanmerkelijk drukker zijn. Het progamma voor vanavond? Ik weet het nog niet. Het is nu nog veel te lekker weer om daar over na te denken. We zitten lekker buiten in de zon te genieten van weer een dag met heerlijk weer en een temperatuur van weer meer dan 25 graden.

Foto’s

1 Reactie

  1. Henk en Lia:
    28 mei 2012
    Allemachtig wat zien jullie veel. En wat een aanspraak.
    Je kunt merken dat het steeds weer genieten is voor jullie.
    En dat is toch de bedoeling.
    Het is hier ook zo'n 24-29 graden.
    Dus we lusten er ook van.